Tjerk Groenewegen is jurist. Zijn speciale interesse ligt bij juridische vragen rond toepassing van technologie, in het bijzonder op het terrein van de informatie en communicatie technologie (ICT). Hij is sinds 2002 werkzaam bij de juridische dienst van het Europees Octrooibureau, op de vestiging in Den Haag/Rijswijk, Nederland. Vanaf 2009 geeft hij leiding aan het juridische team op die vestiging.
Van 1991 tot 2002 werkte hij als advocaat bij achtereenvolgens Nauta Dutilh (Amsterdam), Hocker Rueb & Doeleman (Amsterdam) en Holland Van Gijzen -verbonden met Ernst & Young (Rotterdam en Amsterdam). Hij was als advocaat onder meer betrokken bij het opstellen en uitonderhandelen van overeenkomsten, advisering en juridische procedures over de prijsstelling van geneesmiddelen, vergelijkende reclame over geneesmiddelen en andere producten, bescherming van producten en diensten door het auteursrecht, merkrecht en octrooirecht, privacybescherming en handel via het internet.
In zijn huidige baan geeft hij advies en begeleidt hij onderhandelingen en aanbestedingsprocedures, met name op het terrein van de ICT, zoals de aankoop van hardware, het gebruik van software en databases, beveiliging van informatiesystemen en de toepassing van ‘automatisch leren’ (machine learning) voor de verwerking van informatie.
In zijn eerdere functies gaf hij geregeld lezingen over juridische onderwerpen. Van 1996 tot 2002 schreef hij in Flying Dutchman, het blad van KLM voor frequente reizigers, de column ‘FD Balans’ over juridische onderwerpen in de context van internationaal zaken doen.
Tjerk volgt de ontwikkelingen en de maatschappelijke impact ervan op het terrein van technologie, in het bijzonder rond big data, kunstmatige intelligentie en robotisering, in de media en literatuur, door het volgen van cursussen, het bijwonen van lezingen en congressen in binnen- en buitenland en het spreken met betrokkenen.
De bijdragen in deze blog geven de mening van de schrijver weer of de mening van personen die worden aangehaald en kunnen niet worden toegeschreven aan het Europees Octrooibureau. Het betreft een algemene introductie op (deel)onderwerpen die mogelijk van belang zijn bij de toepassing van informatietechnologie en robotica en vormt geen advies voor concrete situaties.