Over regels rond robots

 

 

 

Deze blog gaat over robotisering als aansprekend voorbeeld van ontwikkelingen in de technologie, de toepassing ervan in de wereld om ons heen die vragen oproepen over kwesties die ons allemaal raken. Het antwoord op die vragen zou kunnen zijn dat er reden is om bestaande wettelijke regelingen aan te passen of nieuwe regels (wetgeving) te maken.

Afhankelijk van het type robot en de toepassing ervan, zijn er kleine en grote dingen die kunnen gebeuren. Die kunnen gevolgen hebben voor de gebruiker van de robot. Ook kan het een effect hebben op de omgeving waarin de robot actief is.

Gevolgen kunnen heel direct zijn, er gaat  iets stuk, bijvoorbeeld wanneer de robot grasmaaier behalve jouw grasmat onbedoeld ook het bloemperk van de buren afmaait. Of indirect, bijvoorbeeld door in een bedrijf (meer) robots in te zetten bij de productie, met gevolgen voor de werkgelegenheid.

Bij de inzet van robots kan de persoonlijke levenssfeer worden geraakt, bijvoorbeeld omdat de robot gegevens verzamelt, opslaat en doorgeeft. Dat kan de gebruiker zelf betreffen, maar ook mensen in de omgeving die niet op de hoogte waren dat de robot aanwezig was en hen registreerde.

Het kan ook zijn dat een zelfsturende auto een ongeluk veroorzaakt (of niet voorkomt), waardoor inzittenden gewond raken of andere weggebruikers letsel oplopen.

De inzet van robots bij taken van politie, grensbewaking en het leger kan als gevolg hebben dat er maatregelen tegen personen worden genomen zonder tussenkomst van mensen of bijvoorbeeld dat door toedoen van een robot die zelfstandig actie onderneemt een persoon gewond raakt of overlijdt.

Het uitgangspunt is dat robots machines zijn en een volgende fase in de mechanisering en automatisering van allerlei handelingen en processen. Dat is al heel lang aan de gang. Tegelijk is er ook een ontwikkeling waarbij nieuwe mogelijkheden worden toegepast om het menselijk lichaam van technische ondersteuning te voorzien, bijvoorbeeld beweegbare protheses voor verloren ledematen. Het onderscheid tussen mens en machine lijkt daardoor te vervagen.

Door de aard van robots, zeker wanneer die lijken op mensen, is het de vraag of we te maken hebben met een slimme machine of misschien een nieuwe soort, naast de mens. En wat nu als er aan de mens zelf ‘gesleuteld’ is?

Wat doet dit alles met de beoordeling van de verantwoordelijkheid voor het handelen van robots? Hoe zit het met de verantwoordelijkheid van mensen wanneer een robot de besturing teruggeeft als het te ingewikkeld wordt?

Hoe kan met regels worden voorkomen dat er ongewenste situaties ontstaan door de inzet van robots? Hoe handhaaf je dat soort regels?

Stel dat er geen mogelijkheid bestaat om bepaalde toepassingen van robots te verbieden, is het dan wel te regelen dat de gevolgen ervan, bijvoorbeeld het voorspelde verloren gaan van allerlei banen en functies, worden bijgestuurd door bijvoorbeeld over (na/bij)scholing (‘Leven Lang Leren’) regels te maken?

De hoofdvragen die in dit blog onderzocht zullen worden, gaan over de manier waarop regelgeving eventuele nadelen van robotisering kan voorkomen of zo veel mogelijk beperken. Verder wordt onderzocht wat regelgeving kan bijdragen om de  mogelijkheden van robotisering te ondersteunen en de ontwikkeling daarvan in goede banen te leiden.