In een lift kies je met een druk op de knop naar welke verdieping je gaat, maar er was een tijd dat er iemand aan het werk was die je vroeg waar je heen wilde en dan de lift voor je bediende. Hetzelfde geldt voor telefoneren: nu toets je een nummer in of kiest een opgeslagen nummer. Dat er eerder een persoon aan te pas kwam om die verbinding tot stand te brengen komt waarschijnlijk niet bij je op. En hoe zit dat met het kopen van een bioscoopkaartje: doe je dat online, bij een automaat of nog “gewoon” aan het loket van de bioscoopzaal? Goede kans dat je je kaartje nog bij een medewerker koopt, of je in elk geval nog kan herinneren dat het eerder zo ging. Maar dit zijn allemaal situaties waarin technische ontwikkelingen hebben geleid tot het verdwijnen van banen. Of als ze niet helemaal weg zijn, werden ze in elk geval anders ingericht. Houd jij voor jouw baan in de gaten of zoiets gaat gebeuren? Of vind je dat een taak voor jouw werkgever of de overheid?
Het lastige van de toekomst is dat niemand weet hoe die eruit zal zien. Ontwikkelingen die hun oorsprong vinden in het heden lopen niet langs vaste paden. Voorspellingen die erg aannemelijk lijken, komen vaak toch niet uit. Wie nu informatie opzoekt over de invloed van robotisering op werkgelegenheid komt dan ook nogal uiteenlopende voorspellingen tegen. De grote lijn daarin lijkt dat alles sneller zal gaan, dat (zo’n beetje) alles digitaal kan worden gemaakt en dat er nieuwe, onverwachte combinaties zullen ontstaan. Hoe dat uitpakt voor de werkgelegenheid, de verdeling van inkomens en het (economische) perspectief van de bevolking in het algemeen, blijft onzeker. Sommige onderzoekers zijn daarover erg somber en denken dat er op de lange termijn helemaal geen banen meer zullen zijn. Andere stellen dat bepaalde vormen van werkgelegenheid zullen verdwijnen, terwijl daar andere werkgelegenheid voor in de plaats zal komen. Maar blijft die baan dan wel beschikbaar in het bedrijf waar jij werkzaam bent, voor jou?
Vervangt een apparaat straks jouw denkwerk?
Bij eerdere rondes van technologische innovaties, vaak aangeduid als “revoluties” (zoals de stoommachine of elektriciteit), draaide het om vervanging van menselijke spierkracht door machines. Door automatisering en robotisering nemen slimme apparaten het denkwerk van mensen over. Dat proces is in volle gang en de effecten zijn er al. Veel routinematige administratieve beroepen zijn daardoor “weg geautomatiseerd”. Maar ook beroepen waarin het vooral op denkwerk aankomt krijgen ermee te maken. Neem nou het vak van radioloog, daar is veel kennis en ervaring voor nodig. Automatisering zorgt voor flinke veranderingen bij deze beroepsgroep. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld de computer het beoordelen van röntgenfoto’s preciezer en sneller te kunnen doen. Tumoren die de radioloog niet zag worden wel gespot door de computer. Bovendien wordt de computer niet moe, terwijl dat bij mensen ook nog eens aanleiding kan zijn voor (extra) fouten. Grofweg alle werk waarin analyse en het doorploegen van grote hoeveelheden informatie de kern vormt, gaat verdwijnen of minimaal ingrijpend veranderen. Met juristen gaat het ook al die kant op. Werk dat eerder door junior-advocaten werd gedaan kan in toenemende mate met computers, bijvoorbeeld analyse van documenten voor een bedrijfsovername. De computer ordent documenten aan de hand van zoektermen op relevantie. Nachten doorwerken hoeft straks niet meer en de kosten voor de klant kunnen omlaag. De standaardvraag bij de jaarlijkse beoordeling “Waar zie jij jezelf over 5 jaar” krijgt er zo een dimensie bij.
Wordt de robot jouw collega?
Toch is er wel perspectief. Sommige bedrijven zetten robots in voor samenwerking mét bestaande werknemers (en dus niet ter vervanging). Hou er rekening mee dat daarbij niet alle arbeidsplaatsen blijven bestaan. Waar het om gaat, is dat er voor allerlei toepassingen van robots samenwerking met mensen in hetzelfde bedrijf nodig is. Het werk verandert en verschuift. Zeker als werk lichamelijk zwaar is of gevaar voor mensen kan vormen lijkt me dit een verbetering. Denk aan het tillen van materialen, de hele dag door, bijvoorbeeld in de bouw. Dat samen met een robot kunnen doen, vraagt om andere vaardigheden. Wie die heeft aangeleerd kan, wanneer de robot het bedrijf binnenkomt, er ook mee aan de slag. Het kan ook zijn dat je door zo’n ontwikkeling op een andere functie terecht komt, waarvoor vaak ook stappen nodig zijn. Als de veranderingen en de introductie van robots zo verloopt, heeft een werkgever er belang bij om werknemers te stimuleren zich te blijven ontwikkelen. Dan zal die ook eerder mogelijkheden daarvoor aanbieden en vergoeden. Heb ik daar recht op als werknemer? En welke rol heeft de overheid daarin?
De overheid bevordert jouw duurzame inzetbaarheid
De overheid heeft meerdere belangen op het oog, bijvoorbeeld voorkomen van massale werkloosheid en het veerkrachtig houden van de economie. Om in actie te komen heeft de overheid keuze uit gebruikelijke instrumenten zoals verbieden, verplichten of stimuleren. Verbieden laat de voortschrijdende automatisering en robotisering zich niet. Volwassenen verplichten tot verdere scholing en ontwikkeling lijkt ook geen realistische weg. Stimuleren dan? De overheid heeft al langer allerlei regelingen om bedrijven en burgers bij scholing te ondersteunen. Laten we inzoomen op het actieprogramma “Leven Lang Ontwikkelen”. Het doel daarvan is dat mensen kunnen beschikken over middelen die ze naar eigen inzicht kunnen besteden aan opleiding en ontwikkeling. Voor de wetgever belangrijk om stil te staan bij een juiste toepassing en eerlijke verdeling van de beschikbare middelen. Een van de onderwerpen in de waaier aan regelingen betreft scholingskosten. Is de huidige fiscale regeling voor aftrek van scholingskosten wel geschikt? In de praktijk levert het mensen met weinig inkomen geen voordeel op. Bovendien moeten ze de kosten ook eerst voorschieten. Het plan is om de aftrek van scholingsuitgaven af te schaffen en te vervangen door een stimuleringsregeling voor scholing. Deze Subsidieregeling STAP-budget geeft, uiteraard onder voorwaarden, elke burger toegang tot een gift van de overheid voor verbetering van de arbeidsmarktpositie. Naar verwachting geldt de nieuwe regeling vanaf 2022.
Kom jij in actie?
Je blijven ontwikkelen, om gezond en werkend je pensioenleeftijd te halen, dat wil de overheid dus stimuleren. Dat wordt ook op Europees niveau gemonitord, met het EU-programma “Leven Lang Leren”. Volgens de jaarlijkse metingen zegt 11,3% van de Europese bevolking een opleiding of cursus te volgen (2019, 28 lidstaten). Voor Nederland is dat 19,5%. Mooi getal zou je kunnen denken, een stuk hoger dan het EU-gemiddelde. Maar het betekent vooral dat 80% dus geen opleiding of cursus volgt. Mensen die werkzaam of werkloos zijn volgen vaker een opleiding of cursus dan de niet-beroepsbevolking. Ook zijn er verschillen tussen mensen met verschillende opleidingsniveaus en mensen met een vast contract of flexwerkers. En oudere personen doen minder aan ‘leven lang leren’. Misschien behoor je tot die 80 % die niet geregeld een opleiding volgt of cursus doet. Met het volgen van een opleiding kun je inspelen op veranderingen die automatisering en robots vroeger of later voor jou zullen hebben op jouw werkgelegenheid. Daarbij kan je je voordeel doen met regelingen die de overheid of je werkgever bieden. Realiseer je wel dat gewijzigde politieke opvattingen of de noodzaak om te bezuinigen kunnen leiden tot wijzigingen en die regelingen dus niet in beton gegoten zijn.